De wateren van de Saaler Tonkuhlen en de Saaler Bach staan met elkaar in verbinding en zijn een populair visgebied.
Het dorp Saal aan de Saaler Bodden ligt onder een kleimassief met een gemiddelde dikte van 3-4 meter. Een uitstekende locatie voor een steenfabriek. Rond 1744 wordt de "Saaler Krohn-Ziegelley" genoemd in oude documenten en rapporten. In de eeuwen daarna groeide de capaciteit van de ovens en het aantal plaatselijke kleigroeves. In 1955, toen Saal zijn 700e verjaardag vierde, kreeg de steenfabriek een opstelspoor. Dit maakte het gemakkelijker om de bakstenen te vervoeren, die voorheen over water (in vroegere tijden) of over land over zeer slechte wegen moesten worden vervoerd. De activiteiten werden in het begin van de jaren 1990 gestaakt.
Klei is, net als zand, grind en keien, een overblijfsel uit de ijstijd en werd gevormd door de wrijving van het landijs op het aardmassief tot in Midden-Duitsland. Toen het ijs smolt, kwamen de kleiafzettingen van de Saale aan het licht en door de stijging van de zeespiegel ontstonden de Bodden-wateren. De Oostzee brengt het zoute water naar de lagune, terwijl regenval, de Saalstroom en andere rivieren het zoete water naar de lagunes spoelen.
Tegenwoordig zijn de Saaler Tonkuhlen en de Saaler Bach populaire zoetwatervisgronden. In Saal wordt in alle rust gevist. De visclub van Saal werd in 1950 opgericht en heeft een groot aantal leden.
Het door de staat erkende recreatieoord Saal is eigenaar en pachter van de wateren van het visgebied Saal en ontwikkelt het steeds meer tot een plaatselijk recreatiecentrum met vissteigers, wandelpaden, boomgaarden en veel kleine rustplaatsen met uitzicht op het water en watervogels.
De meest gevangen vissen hier zijn snoek, baars, paling, voorn, zeelt, rietvoorn, karper en riviergrondel. De meest succesvolle vismethode is het dobbervissen.
Visvergunningen zijn verkrijgbaar bij de Damgarten hengelsportwinkel Weu, het Toeristisch Informatiecentrum Zuidelijke Boddenkust en online visvergunningenportalen.



















