De kerk in Kirch-Baggendorf werd gebouwd in het midden van de 13e eeuw.
Tegen het einde van de 12e en het begin van de 13e eeuw vestigden Duitse kolonisten zich in Baggendorf (Bekendorpe), die ook een kerk bouwden. Terwijl Baggendorf zelf voor het eerst wordt genoemd in een document uit 1242, is het eerste bewijs van het bestaan van een kerk in Kirch Baggendorf een Hermannus plebanus (priester Hermann) de Baggendorp, die als getuige verschijnt op 21 juli 1278 in een document van de abt van Neuenkamp. De exacte bouwdatum van de kerk is onbekend. Het veldstenen gebouw werd voltooid in de eerste helft van de 13e eeuw. Het gebouw werd als één geheel opgetrokken, maar de toren werd pas in de 14e of 15e eeuw toegevoegd. De torenspits, die vandaag de dag zichtbaar is, werd in 1746 toegevoegd.
Aan de buitenkant van de kerk werden nauwelijks veranderingen aangebracht, maar het interieur onderging een grote verbouwing. Tussen 1702 en 1703 werd het interieur volledig verbouwd en geschilderd in een eigentijdse stijl. Een preekstoel en altaar werden toegevoegd. Het interieur werd gerenoveerd in 1864, toen de koorbanken werden vervangen door de koorbanken die er nu nog staan. De kerk werd gerestaureerd onder Gustav Hoffmann in 1939. De galerijen werden verwijderd en er werd een verwarmingssysteem geïnstalleerd. Hoffmann legde middeleeuwse schilderijen bloot uit de tijd dat de kerk werd gebouwd. Na 1990 werden verdere restauratiewerkzaamheden uitgevoerd. De leisteen op de dakbedekking van de toren werd ook vervangen door koper vanwege verroeste dakspijkers. De schilderingen die door Gustav Hoffmann aan het licht werden gebracht, werden in 2001-2005 gerestaureerd en gedeeltelijk gereconstrueerd door Marcus Mannewitz.
Met een lengte (inclusief toren) van 42,32 meter en een breedte van 15,17 meter is de kerk een van de grotere dorpskerken in West-Pommeren. De kerk is voornamelijk gebouwd van veldsteen. Baksteen werd alleen gebruikt als constructief element; de oost- en westgevels zijn ook van baksteen. De kerk werd gebouwd tijdens de overgang van de romaanse naar de gotische periode.
Resten van een gotische figuratieve schildering uit het einde van de 14e eeuw zijn te zien in de openingen van de triomfboog. De oostelijke ramen zijn voorzien van glas-in-lood. De barokke preekstoel dateert uit 1702 en het vijf meter hoge altaarstuk uit 1703, die beide in dezelfde werkplaats werden gemaakt. Het altaarstuk werd in 2007 gerestaureerd in de kleuren van 1938. De gouden omlijsting van de preekstoel werd in 2017 vernieuwd.
[Bron: wikipedia.org].