De Tweede Wereldoorlog maakt van de jongeman een invalide met een geamputeerd been. Dit maakt hem echter ongeschikt voor het front en stelt hem in staat zijn lievelingswens in vervulling te laten gaan: beeldhouwen studeren.
De Tweede Wereldoorlog maakt van de jongeman een invalide met een geamputeerd been. Dit maakt hem echter ongeschikt voor het front en hij kan zijn lievelingswens in vervulling laten gaan: beeldhouwen gaan studeren. Bad Warmbrunn in Silezië, Dresden en Wenen werden zijn opleidingscentra.
Na het einde van de oorlog begon hij zijn eigen bedrijf. Hij werd geboren in Berlijn, verhuisde naar het stadje Lübz en werd lid van de afdeling beeldende kunsten van de Kulturbund. Toen in 1950 de technische hogeschool voor toegepaste kunst in Wismar werd opgericht, werd hij daar docent. Hij nam de leiding van de school over en verhuisde naar het nieuwe gebouw in Heiligendamm. Hij bleef lesgeven in beeldhouwkunst, maar was ook zeer actief in de cultuurpolitiek. Toen de Vereniging van Beeldende Kunstenaars van de DDR werd opgericht, werd hij gekozen in het bestuur van het district Rostock. In 1956 gaf hij zijn positie als directeur op om weer als kunstenaar te kunnen werken.



