Van de 10 voormalige stadspoorten van de Hanzestad Stralsund staan alleen de Kniepertor en de Kütertor nog overeind. De Kniepertor ontleent zijn naam aan een burgerlijke familie uit de 13e eeuw en werd voor het eerst vermeld in 1304. Het was vroeger een van de belangrijkste ingangen naar de Alter Markt. De Kütertor werd voor het eerst genoemd in een document uit 1281. Het kreeg echter pas zijn huidige vorm in 1446 en ontleende zijn naam aan de Kütern, voormalige slagers. Het Kütertor en bastion maken deel uit van de vestinggordel rond de Hanzestad Stralsund.
Het Kütertor werd gebouwd in 1446. Het Kütertor en bastion maken deel uit van de vestinggordel rond de Hanzestad Stralsund. Samen met de Kniepertor is het de enige overgebleven stadspoort in Stralsund, die in 1920 werd verbouwd. Tegenwoordig is het een prachtig park met een kinderspeelplaats. De Kniepertor werd al in 1293 in een document genoemd, maar kreeg zijn huidige uiterlijk pas in de 15e eeuw. Een inwoner van Stralsund met de naam Knepe of Kneper gaf de poort zijn naam. De bijna vierkante, 18 meter hoge stadspoort speelde bij verschillende gelegenheden een belangrijke rol in de geschiedenis van de stad, bijvoorbeeld toen Wallenstein tijdens de Dertigjarige Oorlog tevergeefs probeerde de stad via de poort binnen te komen. De troepen van Napoleon slaagden er pas in 1809 in. Een gedenkplaat aan de stadskant van de poort herdenkt Friedrich Gustav von Petersson, een Zweedse artillerieluitenant die samen met de Pruisische majoor Ferdinand von Schill de stad verdedigde tegen de Napoleontische bezetters. Petersson werd op 4 juni 1809 voor de Kniepertorpoort gevangen genomen en doodgeschoten. Tegenwoordig staat er een flat boven de poort.