Dit totaalreservaat dankt zijn naam aan groothertog Georg von Mecklenburg-Strelitz, die halverwege de 18e eeuw zo onder de indruk was van het hallenachtige karakter van dit beukenbos dat hij verordonneerde dat dit bosgebied voor altijd beschermd moest worden. Als gevolg daarvan werd de teelt 160 jaar geleden volledig stopgezet en werd het gebied in 1908 toegevoegd aan de lijst van natuurmonumenten van Mecklenburg. Het startpunt van de wandeling is de wandelparkeerplaats aan de rand van Lüttenhagen. Van hieruit is ook de Paradijstuin bereikbaar, een arboretum dat aan het eind van de 19e eeuw werd aangelegd door de voormalige hoofdboswachter en sinds 20 jaar weer wordt onderhouden. De wandeling voert je over een oude kasseiweg, het voormalige boerenpad, voor ongeveer 2 km langs gemengd bos, moerassen en heide tot een grote kruising van bospaden. Sla linksaf naar het informatiebord, waar de feiten en achtergronden van het natuurreservaat worden uitgelegd. Een wandelpad leidt je nu ca. 1,5 km door het totale reservaat. Het bos heeft nu zijn halachtige karakter verloren, omdat de beuken, die meer dan 350 jaar oud zijn, hun biologische leeftijd al hebben bereikt. Als gevolg daarvan domineert een groot aantal jonge beukenbomen nu het uiterlijk en daarmee ook de seizoensgebonden zichtbaarheid van de oude opstand. De Heilige Hallen zijn uniek in Duitsland als referentiebos en bieden wandelaars ook de mogelijkheid om te zien hoe een bos zich ontwikkelt zonder de invloed van de mens. Aan het einde van het pad kom je weer bij een bospad, dat je naar links volgt in de richting van Lüttenhagen. Naast het boswachterskantoor vind je in het dorp ook het bosmuseum "Lütt Holthus", waar je interessante feiten kunt leren over de plaatselijke flora en fauna van de bossen. In juli en augustus organiseert het bosbouwkantoor wekelijks begeleide wandelingen door het unieke natuurgebied.
