Hoewel de Kummer molen het hoogste gebouw in het dorp is, moet je iets beter kijken om hem te zien. Het ligt een beetje buiten de hoofdwegen, goed verborgen achter enorme bomen en wordt daarom vaak niet eens opgemerkt door reizigers op doorreis.
De Kummer molen werd rond 1880 gebouwd. Drie jaar later werd hij gekocht door de reizende molenaar Fritz Höppner, wiens familie het gebouw vandaag de dag nog steeds bezit. Het bijzondere is dat de ronde bakstenen toren op een achthoekige basis staat. Hierdoor onderscheidt de Turmholländer molen zich duidelijk van andere molens in Noord-Duitsland.
Omdat het molenbedrijf aan het begin van de 20e eeuw niet winstgevend genoeg meer was, liet de toenmalige molenaar direct naast de molen een stoomhoutzagerij bouwen, die verbonden was met het molenbedrijf. De zagerij ontwikkelde zich steeds meer van een nevenactiviteit tot de hoofdactiviteit, met als gevolg dat er geen gebruik meer werd gemaakt van windenergie en het bedrijf volledig werd omgeschakeld naar elektrische energie. In 1988 werd de molen volledig stilgelegd en werd het gebouw alleen nog gebruikt als opslagplaats. Na een uitgebreide externe restauratie in 2005 is de molen weer compleet, althans aan de buitenkant. De nu vleugelloze structuur kreeg zijn windroos en decoratieve wieken terug, zij het zonder functie.