De naam Maria Meeresstern neemt de oude mariale titel Stella Maris over, in overeenstemming met de locatie van de kerk.
Sinds de zomer van 1906 werden er katholieke diensten gehouden in de kustplaats aan de Oostzee Sellin. Naast verschillende "geestelijke heren" behoorden katholieken uit Zuid-Duitsland tot de rijke badgasten die de badplaats niet wilde verliezen. Pas onder Maximilian Kaller - pastoor van Bergen - werd de kerk, ontworpen door de Keulse rijksbouwmeester Krings, op 16 juli 1912 ingewijd. Het werd gebouwd in een schilderachtige omgeving in de buurt van de kliffen als een basiliek in de historistische stijl met neogotische en neoromaanse invloeden. In 1949 werd de kerk toegewezen aan het pastoraat van Binz. Sinds Pinkstermaandag 1951 komen elk jaar met Pinksteren vele honderden ballingen bijeen voor een bedevaart naar Sellin. In 1952 schonk de bisschop een altaar voor de Maagd Maria. In het koor bevindt zich een reliëf van het oorspronkelijke hoogaltaar dat het verhaal van de rijke visvangst (Lucas 5:5) uitbeeldt. Na uitgebreide renovatiewerkzaamheden aan de Sellinkapel onder leiding van architect Gustav Nutz, die in september 1995 werden voltooid, werd de oude bedevaarttraditie nieuw leven ingeblazen. Sinds Pinksteren 2005 staat er in de kapel een Sauer-orgel, dat in 1981 werd vervaardigd als Opus 2123.