Uit verschillende onderzoeken blijkt dat ongeveer 15 procent van de werkende mensen lijdt aan angststoornissen, depressie of burn-outverschijnselen. Arne Kresin, specialist in psychosomatische geneeskunde en psychotherapie en specialist in psychiatrie en psychotherapie, geeft informatie over triggers, behandelingsmogelijkheden en perspectieven.
Arne Kresin: Er zijn natuurlijk veel verschillende oorzaken. Prestatiedruk, flexibele werktijden, constante beschikbaarheid en ontoereikende leiderschapskwaliteiten van leidinggevenden zetten werknemers in de moderne werkwereld onder extreme druk. Er is een schijnbaar onmogelijke discrepantie tussen hun eigen normen en die van de omgeving. Dit is precies waar zowel de geneeskunde als de economie om vragen. Sommige grote bedrijven, zoals Daimler en Siemens, beginnen nu hun aanpak te heroverwegen. Ze hebben ingezien dat productiviteit alleen kan worden gewaarborgd als werknemers gezond en gemotiveerd zijn en blijven. Als expert op het gebied van stressgerelateerde ziekten steun ik dergelijke ambities. Individueel afgestemde preventieprogramma's en trainingen op locatie kunnen managers en werknemers helpen om een werkomgeving te creëren die hen niet overbelast, onnodige stress vermijdt en waar bovenal iedereen naar elkaar omkijkt.
Wat houdt de behandeling van burn-out of soortgelijke klachten in?
Arne Kresin: Wat wij in Duitsland „burnout&ldquo noemen, wordt vaak geprobeerd te behandelen met medicijnen. In de traditionele Chinese geneeskunde wordt het „leeg vuur“ genoemd en wordt het beschouwd als een catastrofe - wat deze burnout in feite is voor de persoon die eraan lijdt. De vraag is dus: Hoe kan ik meer vrede vinden, meer innerlijke kracht? Hoe kan ik een kanaal vinden waarin ik deze persoonlijke catastrofe weer onder controle kan krijgen? Hoe kan dit in de praktijk werken? Arne Kresin: Het is belangrijk om iedereen te ontmoeten waar hij is en om elke patiënt als persoon te behandelen. Elke patiënt weet zelf het beste wat goed voor hem is. Ik luister heel goed naar wat de patiënt van mij en zijn therapie verwacht. Pas dan beslis ik: wat heeft deze persoon precies nodig? Oefentherapie, psychologische begeleiding of, in dit specifieke geval, iets heel anders? Dit betekent dat de therapeut zijn kennis inbrengt en de patiënt zijn expertise over zijn eigen lichaam. Dit schept de beste voorwaarden voor de patiënt om zijn eigen individuele pad te vinden voor de tijd na zijn verblijf. Uiteindelijk leidt dit immers terug door hun eigen persoonlijke sociale en professionele context.
Wat geeft u patiënten mee bij ontslag?
Arne Kresin: Ik vind het erg jammer dat de maatschappij psychische aandoeningen blijft stigmatiseren als een zwakte. Dit taboe leidt er uiteindelijk toe dat veel patiënten helemaal geen behandeling zoeken. Maar degenen die de kliniek wel verlaten, hebben de moed om hulp te accepteren. We beseffen allemaal dat het heel moeilijk is om wat je in een paar weken therapie leert consequent over te brengen in het dagelijks leven. Eén ding is ook duidelijk: net zoals chronisch zieke patiënten een leven lang therapie nodig hebben, moeten burn-out patiënten vanaf nu aandacht besteden aan hun mentale stabiliteit. Ik wijs patiënten hier altijd op: De weg is niet af, een terugval is elk moment mogelijk. De getroffenen zijn bij wijze van spreken nog maar net door de bocht tijdens de behandeling en nu ligt er nog een lange weg voor hen - tot de volgende bocht nadert. Dit betekent dat zelftherapie aan het einde van de therapie begint, omdat de professionele en privéomgeving veel van je blijft verwachten. De echte kunst is dan om veranderingen door te voeren en de energie vast te houden. Onze instincten helpen hier meestal niet bij. Maar wat iedereen kan doen is gewoon bewuster kijken op alle gebieden van het leven.