Muzikaal sprookje van Sergej Prokofjev
Geen werk lijkt beter geschikt om kinderen vertrouwd te maken met de instrumenten van een symfonieorkest dan het muzikale sprookje "Peter en de Wolf" van Sergej Prokofjev. Deze klassieker uit de concertpedagogie werd in 1936 gecreëerd voor het Moskouse Kindertheater.
Het stuk is gebaseerd op bekende verhalen zoals "Roodkapje". Opnieuw wordt de boze wolf verslagen - in Prokofjevs versie is het de kleine Petja, een jonge pionier in het origineel, die het gevaarlijke dier met sluwheid en vindingrijkheid overwint. Uiteindelijk wordt de wolf door jagers naar de dierentuin gebracht. Naast het strijkkwartet (Peter) en de fluit (Vogel) gebruikt Prokofjev de hobo als kwakende eend, terwijl de sluwe kat herkenbaar is in het staccato van de klarinet. De chagrijnige grootvader verschijnt als fagot. Drie Franse hoorns karakteriseren de wolf. De schoten van de jagers zijn duidelijk hoorbaar in het slagwerk (pauken, trom). En zoals altijd wordt dit alles op een spannende en kindvriendelijke manier overgebracht door een verteller.



